Hervormingswet in de gezondheidszorg: wat betekent dit voor zelfstandige thuisverpleegkundigen?

Menu

Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke werkt aan een hervormingswet die diepe sporen zal nalaten in het Belgische gezondheidslandschap. Het voorontwerp van de wet zorgt voor ongerustheid, vooral bij artsen. Maar wat staat er écht in het voorontwerp? En wat betekent dit concreet voor zelfstandige thuisverpleegkundigen?

Wat is de kern van de hervorming?

Volgens minister Vandenbroucke is de hervormingswet een antwoord op drie belangrijke uitdagingen: betaalbaarheid, transparantie, en betere handhaving in de zorg. Het gaat niet om een kleine aanpassing, maar om een structurele herziening van hoe akkoorden, tarieven en terugbetaling werken in ons gezondheidsstelsel.

De belangrijkste punten uit het ontwerp:

  • Nieuw conventiemodel met richttarieven en aangepaste premies
  • Beperking van supplementen voor bepaalde zorgvormen
  • Eenvoudiger en consequenter overlegsysteem
  • Versterking van de handhaving, onder meer via het RIZIV-nummer
  • Indexering alleen nog bij tijdig akkoord

Conventiestelsel onder de loep

De conventie — de overeenkomst tussen zorgverleners en ziekenfondsen over tarieven — staat centraal in de hervorming. Vandenbroucke wil duidelijker belonen wie toetreedt tot de conventie: “Ik vind dat wie zich aan officiële tarieven houdt, een extra subsidie mag krijgen voor een sociaal statuut, of andere premies,” zegt hij.

Voor thuisverpleegkundigen betekent dit:

  • Wie niet geconventioneerd werkt, riskeert het verlies van bepaalde premies.
  • Wie wel toetreedt, krijgt mogelijk meer financiële voordelen, maar met duidelijkere regels.

De minister benadrukt dat dit geen machtsspel is, maar een logische stap om de solidariteit binnen het systeem te versterken.

Geen akkoord? Dan geen indexering

Een heikel punt in het debat is de indexering van tarieven. Momenteel worden deze jaarlijks aangepast aan de gestegen kosten. Volgens het nieuwe voorstel gebeurt dit alleen als er vóór 31 december een akkoord is bereikt. Gebeurt dat niet, dan blijven de oude tarieven gelden, zonder aanpassing aan inflatie.

Vandenbroucke noemt dit de "logica zelve": “Een indexering dient om gestegen kosten te compenseren, maar daarvoor moet je eerst een akkoord hebben.”

Deze maatregel zet druk op het overlegproces, maar roept ook vragen op over de financiële leefbaarheid voor zelfstandige zorgverleners die bij stijgende kosten met ongewijzigde tarieven blijven zitten.

Supplementen aan banden gelegd

Ook het vragen van supplementen wordt gereguleerd:

  • Max. 125% van het conventietarief bij ziekenhuisopnames
  • Max. 25% bij ambulante zorg

Hoewel dit vooral voor artsen van toepassing is, is de onderliggende filosofie belangrijk voor álle zorgverleners: het officiële tarief wordt de spil van het systeem. De minister vergelijkt het met een zakelijke overeenkomst: “Als ik met jou een tarief afspreek, wil ik niet dat je daar zomaar supplementen bovenop zet. Dan begin ik dat gesprek zelfs niet.”

Voor zelfstandige thuisverpleegkundigen zou dit kunnen betekenen dat ook eventuele toeslagen (bv. voor nacht- of weekendwerk) onder druk kunnen komen te staan, mocht de wet op termijn worden doorgetrokken.

Veranderingen in overleg: steun én kritiek

Er komt een hertekening van de overlegprocedures. Momenteel verschillen die sterk tussen zorgberoepen. De wet wil de goede praktijken samenbrengen in één transparant systeem.

Vandenbroucke benadrukt dat er geen voldongen feiten zijn: “23 juni is een vertrekpunt, geen finish. Ik wil iedereen de kans geven om verbetervoorstellen in te dienen.”

Hoewel Vandenbroucke stelt dat hij streeft naar een eenvoudiger en transparanter overlegmodel, klinkt er stevige kritiek vanuit de sector. Na het Verzekeringscomité van 23 juni kwamen zorgverstrekkers, zorginstellingen én ziekenfondsen met een gezamenlijke waarschuwing: het overlegmodel dreigt uitgehold te worden.

Zij signaleren:

  • Te weinig ruimte voor debat: het ontwerp werd op korte tijd doorgeduwd, zonder voldoende diepgaand overleg.
  • Verzwakking van het Verzekeringscomité, doordat de ministerraad voortaan al vóór de Algemene Raad beslissingen neemt.
  • Fragmentatie: hervormingen zoals die van de nomenclatuur of ziekenhuisfinanciering worden onvoldoende op elkaar afgestemd.

“Het overlegmodel is klaar om geactualiseerd te worden, maar gooi het kind niet met het badwater weg,” klinkt het in de gezamenlijke verklaring.

Voor zelfstandige thuisverpleegkundigen is dit een belangrijk signaal: het overleg waarin zij vertegenwoordigd worden, moet zijn rol kunnen blijven spelen. De bezorgdheid is dat beslissingen in de toekomst minder gedragen en minder evenwichtig zullen zijn.

RIZIV-nummer en handhaving

Een ander punt van discussie is de mogelijkheid om in uitzonderlijke gevallen het RIZIV-nummer van een zorgverlener in te trekken. Vandenbroucke stelt echter dat dit enkel mogelijk moet zijn bij zware fraude of medische ongeschiktheid (bijvoorbeeld verslaving).

Vandaag ontbreekt daar een wettelijke basis voor, wat problematisch is bij bijvoorbeeld crimineel misbruik van terugbetaling of het witwassen van geld via zorgpraktijken.

De minister: “Vindt men dat iemand die zwaar verslaafd is en een verbod heeft gekregen om het beroep uit te oefenen, nog moet kunnen factureren? Dat kan toch niet?”

Voor zelfstandige thuisverpleegkundigen betekent dit concreet: wie ethisch en correct werkt, hoeft zich geen zorgen te maken, maar de controle op uitwassen wordt wel verscherpt.

Ook artsensyndicaten onder druk

Een opvallende maatregel: de financiering van artsensyndicaten wordt gedeeltelijk afhankelijk van de conventiegraad van hun leden. Ook hier weer een stimulans om het akkoordensysteem te ondersteunen.

Vandenbroucke wijst erop dat dit bij andere zorgberoepen al langer het geval is, zoals bij logopedisten, kinesitherapeuten en vroedvrouwen. Voor zorgorganisaties en syndicaten betekent dit: meer verantwoordelijkheid nemen voor wat hun leden doen.

Tot slot: wat kunnen we verwachten?

Hoewel het wetsontwerp nog in bespreking is, ligt de richting vast: meer structurele afspraken, meer duidelijkheid, maar ook meer verantwoordelijkheden.

Voor zelfstandige thuisverpleegkundigen zijn de belangrijkste gevolgen:

  • Zwaardere focus op volledige conventionering
  • Strengere koppeling van premies aan conventiestatus
  • Meer transparantie over supplementen
  • Snellere en striktere handhaving in geval van misbruik
  • Hervorming van het overleg waar ook wij in betrokken zijn

Het is nu het moment om via beroepsorganisaties of rechtstreekse feedback invloed uit te oefenen op de definitieve tekst.

Bronnen: Artsenkrant, De Tijd, Vandenbroucke.belgium.be, Vrt Nws

Sluiten